Als fietsliefhebber pur sang zie ik het overal om me heen: de e-bike is niet meer weg te denken uit ons Nederlandse straatbeeld. Wat begon als een hulpmiddel voor senioren, is uitgegroeid tot een ware revolutie die alle leeftijdsgroepen omarmt. Fantastisch natuurlijk, want meer mensen op de fiets is altijd goed nieuws! Maar deze snelle opmars brengt ook de nodige uitdagingen met zich mee voor ons vertrouwde fietslandschap. Laten we eens dieper duiken in de impact van de elektrische fiets op fietsend Nederland.
Van niche naar norm: de onstuitbare opkomst van de e-bike
De cijfers liegen er niet om. In 2018 vlogen er al 409.000 nieuwe e-bikes over de toonbank, een verdubbeling ten opzichte van vijf jaar daarvoor! Inmiddels is de e-bike de traditionele stadsfiets voorbijgestreefd als meest verkochte model. Twee van de vijf nieuw verkochte fietsen hebben trapondersteuning, en de verwachting is dat dit alleen maar meer wordt. Deze groei komt niet alleen door de technologische vooruitgang, maar ook door een veranderd imago. De e-bike is ‘cool’ geworden, ook voor dertigers en veertigers die hem zien als een slim alternatief voor de auto of het OV. Het past perfect in onze fietscultuur, waarin al meer dan een kwart van de Nederlanders dagelijks op de pedalen staat voor werk, school of plezier. De data over deze verkoopaantallen en de veranderende markt is fascinerend, zoals ook blijkt uit analyses van de fietsbranche.
Maar waarom stappen we massaal over? De voordelen zijn duidelijk: je komt verder en sneller op je bestemming, zonder compleet bezweet aan te komen. Die heuvel of tegenwind? Een e-bike lacht erom. De gemiddelde rit op een e-bike is al 5 kilometer, tegenover 3,5 kilometer op een gewone fiets. En voor velen smaakt dat naar meer: 20% fietst al verder dan 7,5 kilometer en 8% zelfs meer dan 15 kilometer! Afstanden die voorheen misschien te ver waren voor de fiets, liggen nu binnen handbereik. Denk aan die collega die nu fluitend 10 kilometer naar kantoor fietst, of vrienden die je nu makkelijker opzoekt in het volgende dorp. Het maakt fietsen toegankelijker, ook voor mensen die fysiek wat minder kunnen of gewoon wat extra comfort zoeken. Fabrikanten zoals Giant Bicycles spelen hier handig op in door e-bikes te promoten als een manier om ‘verder, sneller en met meer fun’ te rijden, wat de aantrekkingskracht alleen maar vergroot.
Infrastructuur onder druk: passen onze fietspaden nog?
Die groeiende populariteit heeft echter ook een keerzijde. Onze fietspaden, ooit ontworpen voor een ander soort verkeer, kraken onder de druk. De mix van snelle e-bikes, speed pedelecs, elektrische bakfietsen, wielrenners en ‘gewone’ fietsers op hetzelfde pad leidt steeds vaker tot irritaties en onveilige situaties. Vooral inhalen wordt een heikel punt. De snelheidsverschillen zijn simpelweg groter geworden, en niet elk fietspad biedt daar de ruimte voor. Het is een vraag die steeds luider klinkt: zijn onze fietspaden te smal geworden, of gebruiken we ze verkeerd?
Al in 2013 trokken organisaties als de ANWB, Fietsersbond en CROW aan de bel. Onderzoek door TNO, gebaseerd op camerabeelden, wees uit dat veel fietspaden idealiter minimaal 2,25 meter breed zouden moeten zijn, en liever nog 2,50 meter, om ook snellere fietsers veilig de ruimte te geven. Op drukke punten werd zelfs 3 meter geadviseerd. Toch is er sindsdien, zeker in de steden waar de ruimte schaars is, relatief weinig veranderd aan de breedte van de paden. Het aanpassen van infrastructuur is complex en kostbaar. Op sommige plekken, vaak buiten de bebouwde kom, zien we wel initiatieven zoals fietssnelwegen of experimenten met inhaalstroken, maar een landelijke standaard is er nog niet. Meer informatie over de discussie rondom fietspadbreedtes en de bevindingen uit het onderzoek vind je in analyses zoals die van Obsurv.
Maar is breder altijd beter? Sommige experts waarschuwen dat bredere paden ook kunnen uitnodigen tot hogere snelheden of ongewenst gedrag, zoals spookfietsen of met z’n drieën naast elkaar rijden. Het gaat dus niet alleen om de breedte, maar ook om ons gedrag op de fiets én om de kwaliteit van het onderhoud. Een hobbelig pad vol gaten of overhangende takken is met een gewone fiets al vervelend, maar met de hogere snelheden van een e-bike wordt het ronduit gevaarlijk. Goed en regelmatig onderhoud is cruciaal om de veiligheid te waarborgen nu onze fietspaden intensiever en door meer verschillende soorten fietsers worden gebruikt. Slimme beheersystemen kunnen gemeenten helpen om hier beter zicht op te houden.
Veiligheid voorop: navigeren door nieuwe verkeersdynamiek
Met de komst van de e-bike verandert de dynamiek op het fietspad, en dat vraagt om aanpassing van ons allemaal. Een e-bike is zwaarder dan een gewone fiets en bereikt sneller zijn topsnelheid (wettelijk begrensd op 25 km/u voor trapondersteuning). Dat betekent een langere remweg en een andere manier van sturen en anticiperen. Zeker voor wie overstapt van een gewone fiets, is het even wennen. Het is belangrijk je bewust te zijn van je snelheid en hoe je je verhoudt tot andere weggebruikers. Organisaties zoals Veilig Verkeer Nederland bieden nuttige tips en overwegingen voor (toekomstige) e-bike gebruikers om veilig de weg op te gaan.
Gelukkig staat de ontwikkeling niet stil. Er wordt volop onderzoek gedaan naar fietsgedrag en verkeersveiligheid in het e-bike tijdperk. Een interessant voorbeeld is het project ‘BikeSafeAI’, gefinancierd via RAAK-publiek. Dit project gebruikt kunstmatige intelligentie (AI) om gedetailleerd te analyseren hoe fietsers zich gedragen en welke situaties potentieel gevaarlijk zijn. Door deze complexe interacties beter te begrijpen, kunnen beleidsmakers en verkeerseducatie-instellingen gerichtere maatregelen nemen. Denk aan slimmere infrastructuurontwerpen, betere voorlichting of aangepaste verkeersregels. Dit soort innovaties zijn essentieel om de veiligheid op onze fietspaden te blijven verbeteren.
De weg vooruit: kansen en uitdagingen voor fietsland Nederland
De e-bike biedt enorme kansen voor Nederland. Het potentieel om autoritten te vervangen, vooral voor woon-werkverkeer binnen een straal van pakweg 15 kilometer, is gigantisch. Dit draagt bij aan minder files, schonere lucht en een vitalere bevolking. De vereenvoudigde belastingregels voor zakelijk fietsgebruik, ingevoerd in 2020, geven hier een extra zetje aan. Brancheorganisatie BOVAG verwachtte destijds al een extra verkoop van zo’n 150.000 e-bikes per jaar via de zaak. Het aanbieden van een e-bike als secundaire arbeidsvoorwaarde wordt steeds populairder en verlaagt de drempel voor werknemers om de auto te laten staan.
De e-bike is dus veel meer dan een fiets met een motortje; het is een katalysator voor verandering in onze mobiliteit en de inrichting van onze leefomgeving. Ja, er zijn uitdagingen op het gebied van infrastructuur, veiligheid en gedrag. Maar de voordelen – meer beweging, grotere actieradius, duurzamer vervoer – zijn overduidelijk. Het is aan ons allemaal – fietsers, beleidsmakers, wegbeheerders – om deze transitie in goede banen te leiden. Door te investeren in betere fietspaden, slimme technologie en bewustwording, kunnen we ervoor zorgen dat de e-bike revolutie Nederland nóg mooier maakt. Laten we die kans grijpen en samen bouwen aan een toekomst waarin de fiets, in al zijn vormen, de koning van de weg blijft.